FotoPoësie blog

Wat kan de gemeenschappelijke ruimte zijn tussen poëzie en bemiddeling?
Mediatie is een deugdzame weg om een oplossing te vinden in een conflictsituatie tussen partijen.
Hier hebben we de termen conflict en oplossing.
Deze twee begrippen zijn gekoppeld aan een emotionele toestand van elke partij in een situatie.
Gelukkig is niet elke situatie conflicterend; de situatie waar wij het over hebben, is dat wél.

Wat is conflict voor mij?
Het is een staat van verwarring waaruit we niet kunnen ontsnappen, vaak met een min of meer duidelijk trauma als gevolg.
Ik illustreer dit met mijn gedicht:

Een lichte veer

danst zijn vlucht naar de grond.

Op zijn weg

ontmoet de veer je strijdende blik

en trilt tegelijkertijd op mijn heftige woorden

Mijn woorden die

in jou

een diepe afgrond van verwarring

openen

De veer grijpt

de naakte waarheid van mijn woorden en jouw wil

om die te vergeten

“O lichte veer

Getuige van dit moment

waar is de vogel

die je droeg in de wind?”

In dit gedicht wordt het conflict in scène gezet – het conflict tussen twee mensen, Jij en Ik.
De situatie en het gevoel worden geschetst door de veer, een lichte getuige van een diepe schok tussen twee mensen.

De deugd van poëzie is herformulering, het zoeken naar woorden, ritme en stilte – zoals in muziek. Dankzij de woorden openen deze laatste, door hun klank, hun ritme en hun pauzes, de deur naar wat gevoeld wordt. Reflectie is niet vereist.
De dichter streeft ernaar het intellect te overstijgen, om plaats te maken voor perceptie en gevoel, voor het gebruik van de zintuigen.

Bij bemiddeling zijn het dezelfde instrumenten die geleidelijk leiden tot de uitkomst van het conflict; er is geen ruimte voor redeneren of wetenschappelijkheid, maar wél voor het onredelijke, voor perceptie.

Laten we nu ingaan op deze poëtische dynamiek die het proces van bemiddeling uitdrukt:

Justitie is een oude vrouw
gerimpeld
Ze kijkt haar publiek rustig aan
Voor haar een groep jongeren
tussen twintig en vijfendertig jaar oud
Oud is ze, de vrouw, levendig
verschrompeld als een goudreinette, vol ervaring, vol leven
En ze vraagt zich af:
Waar komen ze vandaan? Wat doen ze? Hoe bedelen zij?
Ze wikt en weegt
Kwetsbaar! Vernederd! Dakloos! Maar toch waardig en eerlijk!
Zonder onzin!
Een traan glijdt langs haar plooien
Haar ziel twijfelt tussen wet en waarheid
Vervolgens zegt ze: Vooruit, spreek op!

Het hele proces van mediatie zit in het luisteren – maar een luisteren dat breder is dan dat van het oor.
Perceptie en mededogen zijn ingrediënten die we terugvinden in zowel poëzie als bemiddeling.

Ik ben met poëzie begonnen uit pure noodzaak, na de dood van mijn vader.
Een trauma dat zich wilde uiten. De deur naar mijn kindertijd werd plotseling gesloten – en ik wilde die openen.
Ik was dertien en had de behoefte om mijn pijn vorm te geven.
Destijds bestond het begrip trauma nog niet in de alledaagse taal, en de noodzaak om dit te uiten was niet vanzelfsprekend.
Maar juist de magie – het verbinden van pijn en trauma door woorden – creëerde mijn weg naar bemiddeling.

De wet, gelijkwaardigheid – zij bieden geen ruimte voor compassie.
Hoe kunnen we vorm geven aan het onvoorstelbare, het onverwachte, het schokkende, het onverteerbare?
Logisch en rationeel denken creëert deze ruimte niet.
Net als deze veer die zijn weg vindt in het onbewuste, is het de kunst om het onbewuste en wat verborgen is, bloot te leggen.
En in poëzie heb ik mijn weg daarin gevonden.

Tot zover de context. Nu enkele analysepunten.

Het ritme van poëzie versus het ritme van bemiddeling.
Iedereen begrijpt dat ritme in bemiddeling belangrijk is. Er is behoefte aan ruimte – aan de assimilatie van de woorden van de ander, aan de integratie van hun verschil.
In poëzie zorgt het ritme van woorden – met of zonder pauzes, geplaatst door komma’s of onderbrekingen – voor het accentueren van een emotie, net als bij bemiddeling.
De emotionele dimensie krijgt ruimte door woorden én door stiltes.

Woorden en herformulering.
In de poëzie ontstaat, door de zoektocht naar metaforen, het beeld van emotie in de ruimte.
Bij bemiddeling is het gebruik van metaforen een krachtig instrument om afstand te nemen.
Iedereen wordt waarnemer van het gebeurde – het is een manier om te herformuleren.

Maar de meest onbreekbare schakel in beide is de ruimte die wordt gegeven aan emotie en gevoel.
Wij hanteren bemiddeling niet als een thesis-antithese-conclusie, maar als een soms onlogische en irrationele vooruitgang die niettemin ruimte schept voor ontbinding – of op zijn minst acceptatie – van het conflict dat reëel is en dat niet kan worden opgelost door zuiver te redeneren.

Veel schrijvers hebben mijn bemiddelingsruimte gevoed – meerdere dichters, maar niet alleen zij.
Negotiating the Non-Negotiable van Daniel Shapiro is een van de boeken over het begrijpen van wat een trauma is.
The Balanced Scorecard van Kaplan en Norton is een van de boeken die vorm geven aan samenwerking en evenwichtige werksituaties waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
Vervolgens legt Mintzberg in zijn Structureren van Organisaties het beeld bloot van de complexiteit van communicatie in het bedrijfsleven.

Deze schrijvers hebben mij geleid naar een duidelijker inzicht in de bouwstenen die belangrijk zijn in bemiddeling.
Het zijn schrijvers die in hun tijd spraken over wat niet zichtbaar was, maar wél aanwezig.
Het niet-benoemde benoembaar maken is de basis van een goede mediator.

Het herkennen en accepteren dat er een crisis is – en waaruit ‘de crisis’ bestaat – ook al wordt die niet noodzakelijk als zodanig ervaren door de andere spelers in de mediatie,
dat is een krachtig beginpunt in het bemiddelingsproces.